Ik worstel al een paar maanden met uit het verleden opgerakelde hartenpijn. ‘Je moet het een plekje geven’, zeggen mensen dan vaak. Getver, wat moet je met zo’n cliché uitspraak? En bovenal; hoe doe je zoiets in godsnaam?
Hartenpijn voelt verscheurend, rouw, het slaat je neer, vreet energie en kan je radeloos maken; daar kan menigeen over meepraten. Wat moet je ermee en wanneer houdt het nu eens op? Het ontstaat meestal binnen een seconde ‘als je liefde zijn adres kwijt raakt’. Bij de boodschap dat een dierbare is overleden, je geliefde het uitmaakt of je afscheid moet nemen van mensen waar je door omstandigheden niet meer mee in contact kunt blijven. Hoe is het toch mogelijk dat iets wat zo snel ontstaat weken, vaker maanden en soms zelfs jaren nodig heeft om niet meer allesoverheersend te zijn?
Vorig weekend was ik met de sjamanen op Schiermonnikoog. We trekken er dan in ons eentje op uit met een bepaalde vraag. Mijn vraag was hoe ik het best met alles wat ik in mijn hart voel om kan gaan. Je zwerft het eiland rond, stelt je open voor alles wat je ziet, hoort, ruikt en voelt. En dan komen er plotseling boodschappen opborrelen (het is echt geweldig, ik kan het iedereen aanraden, zeker als het zulk schitterend weer is 🙂 ).
Op gegeven moment zit ik in een eikenboom en ‘hoor’ ik: “Liefde en hartenpijn zijn hetzelfde”. Wat?? Ik vraag de volgende dag (als ik op een bankje in de zon over de duinen staar) wat dit betekent. “Door de intensiviteit van hartenpijn helemaal te voelen, krijg je contact met de kracht en reikwijdte van je liefde. Want als je alleen liefde voelt, is dat vaak veel zachter en subtieler; dan realiseer je de kracht ervan niet. De energie van de liefde in je hart is in staat een groot veld te scheppen. Dit veld heeft een rustgevend en ontspannend effect op alles wat er zich in bevindt.” Aha…
Nog een dagje later loop ik uren over het strand, met mijn blote voeten in de branding. Met links de zee en rechts het strand; de scheidslijn van water en land als een oneindige rechte streep voor mij uit. En dan ineens wordt het mij helder. Er valt me in: “In het hartscontact wat ik met andere mensen maak moet ik mijn volledige pijn en angst (dat mijn hart opnieuw een optater krijgt) meenemen. Dat maakt het contact volledig, uniek en rijk geschakeerd. Mij langs de grens (van angst en pijn aan de ene kant en liefde en vreugde aan de andere kant) bewegen schept rust, duidelijkheid en volledigheid.”
Eindelijk valt het kwartje…tot nu toe kon ik uren of dagen diep wegzakken in de pijn. En af en toe overstroomde mijn hart dan ineens weer van liefde en vreugde van alle pracht om mij heen. De kunst is niet zo heftig heen en weer te gaan, maar allebei de kanten evenredig in het vizier te houden.
Het ‘plekJE’ wat ik de pijn en de angst moet geven is niet ergens in een holletje diep in mijn lijf waar ik het mooi opgevouwen kan opbergen. Nee, het is het volledig accepteren van de grootsheid ervan, van de kracht van mijn liefde die het vertegenwoordigt en van de empathie en inlevingsvermogen die het mij geeft. Het is de PLEK recht voor mijn ogen, naast de liefde en vreugde; zich uitstrekkend tot in de oneindigheid.
Ha Lianne,
Dank voor het “plekje” dat je in mijn hart hebt. Ik heb genoten van je blog en de foto van het groene Berkenblad met .. (Hoe heet zo’n vuurrode “pukkel” eigenlijk?) haar rode hartezeer.
Dank je Hans, en…insgelijk! Het is een gal geloof ik; en vannacht wist ik ineens dat deze foto bij dit bericht hoorde en niet de foto met het koolzaadveld.
❤️ Dankjewel Liannne, wat een inspirerende ervaringen en inzichten.
Mooi! Mooie plek om tot deze inzichten te komen ook;-)
Dankjewel voor het delen!
Lianne,
Ook ik was op S’oog en heb daar veel indrukken op gedaan. Je beschrijft prachtig het proces dat je meemaakte.
In mijn boekje over bronnen van Indianen wijsheid las ik gisteren de navolgende Cheyenne wijsheid: “Onze eerste leraar is ons hart”.
Theo
Bedankt Theo voor je mooie reactie en het delen van de oude Cheyenne wijsheid; denk dat ze gelijk hebben!!
Enne; heerlijk was het het op Schier, he?!
Het was niet alleen heerlijk, maar ook bijzonder met alle dingen die ik tegen kwam en die me aan het nadenken zette. Bijzonder was de ontmoeting op zondag op de Reddingsweg waar plots, bijna aan het eind van de weg, vanuit de struiken de kudde zwarte Spaanse runderen opdook en mijn pad kruiste. Ik ben op eerbiedige wijze even wat teruggelopen en heb ze laten passeren. Ik heb gelukkig nog wat foto’s kunnen maken.